Translatero.com > Koniugacja czasownika «betreuren»:

Present tense Present perfect tense
Ik betreur heb betreurd
Jij/Je/U betreurt hebt betreurd
Hij/Zij/Het betreurt heeft betreurd
Wij/We betreuren hebben betreurd
Jullie betreuren hebben betreurd
Zij betreuren hebben betreurd
Past tense Future tense
Ik betreurde zal betreuren
Jij/Je/U betreurde zult betreuren
Hij/Zij/Het betreurde zal betreuren
Wij/We betreurden zullen betreuren
Jullie betreurden zullen betreuren
Zij betreurden zullen betreuren
Conditional mood Subjunctive mood
Ik zou betreuren betreure
Jij/Je/U zou betreuren betreure
Hij/Zij/Het zou betreuren betreure
Wij/We zouden betreuren betreure
Jullie zouden betreuren betreure
Zij zouden betreuren betreure
Past perfect tense Future perf.
Ik had betreurd zal betreurd hebben
Jij/Je/U had betreurd zal betreurd hebben
Hij/Zij/Het had betreurd zal betreurd hebben
Wij/We hadden betreurd zullen betreurd hebben
Jullie hadden betreurd zullen betreurd hebben
Zij hadden betreurd zullen betreurd hebben
Conditional perfect tense
Ik zou betreurd hebben
Jij/Je/U zou betreurd hebben
Hij/Zij/Het zou betreurd hebben
Wij/We zouden betreurd hebben
Jullie zouden betreurd hebben
Zij zouden betreurd hebben
Imperative mood
Du betreur
Ihr betreurt

Popularne kierunki tłumaczeń online: